Financieel Adviescentrum
Nederland
Voor alle generaties

Voorbeeld uitwerking scheiden en eigen woning 2013

woensdag, 9 januari 2013

Twee echtgenoten hebben op 31 december 2012 gezamenlijk een eigen woning met een eigenwoningschuld en zij gaan in 2013 scheiden. Uitgangspunt is een huwelijk in gemeenschap van goederen en een woning met een aanschafwaarde van € 200.000,- die is gekocht met behulp van een aflossingsvrije lening.

Wat gebeurt er in de volgende situaties:

1 De man (X) neemt het deel van de lening van de ex-partner (Y) over. X moet in verband met de waardestijging van de echtelijke eigen woning de overwaarde op het deel van Y betalen aan Y waarvoor X een additionele lening afsluit.
2 Y koopt vervolgens een nieuwe eigen woning en gaat hiervoor een nieuwe lening aan.
3 Y koopt niet direct, maar op een later moment een nieuwe eigen woning en gaat op dat moment een nieuwe lening aan.

Uitwerking

X en Y zijn gehuwd in gemeenschap van goederen. Tot de huwelijksgemeenschap behoren op 31 december 2012 een eigen woning en een aflossingsvrije hypotheek van € 200.000,-.

X en Y hebben dus beiden een eigenwoningschuld (in dit voorbeeld verder: EWS) van € 100.000.

In 2013 gaan X en Y scheiden. De eigen woning heeft op dat moment een waarde van € 220.000,-. De EWS bedraagt nog steeds € 200.000,- (dus voor X en Y ieder € 100.000,-). Er is dus niet afgelost.

1 X blijft in de woning wonen. X neemt het deel van de woning en de schuld dat gezien de huwelijksgemeenschap toekomt aan Y over en betaalt een vergoeding voor de overwaarde van € 10.000,- die hij financiert met een lening. Fiscaal wordt aangesloten bij de economische gerechtigdheid die volgt uit het huwelijk. Economisch gezien koopt X voor € 110.000,- de helft van de woning, een helft die op grond van zijn huwelijk met Y toekomt aan Y.

De situatie voor X wordt daarmee als volgt:

X heeft een bestaande aflossingsvrije lening van € 100.000,- die ook na de echtscheiding blijft vallen onder het overgangsrecht. De lening die X in of na 2013 aangaat (dan wel overneemt) voor de aanschaf van de helft van de woning die toekomt aan Y (inclusief de waardestijging van € 10.000,-) van € 110.000,- valt onder het nieuwe recht. En moet dus ten minste annuïtair volledig worden afgelost in maximaal 360 maanden om te kwalificeren als EWS waarvan de rente fiscaal aftrekbaar is.

Y realiseert bij de vervreemding van de helft van de woning waartoe zij economisch gerechtigd is aan X een verkoopwinst van € 10.000 (verkoopwaarde verminderd met de EWS).

Die verkoopwinst wordt toegevoegd aan de eigenwoningreserve.

2 Indien Y bijvoorbeeld binnen een jaar na vervreemding van haar helft van de vorige eigen woning een nieuwe woning koopt van stel € 150.000,-, dan mag de EWS maximaal € 140.000,- bedragen (aanschafprijs verminderd met de eigenwoningreserve). Deze lening valt voor € 100.000,- onder het overgangsrecht (geen aflossingseis) en dient voor € 40.000,- ten minste annuïtair volledig te worden afgelost in maximaal 360 maanden om te kwalificeren als EWS.

Indien Y de nieuwe woning van € 150.000,- koopt op een moment dat ligt na het jaar volgende op het jaar van vervreemding van de vorige eigen woning (in dit geval het moment van echtscheiding) maar nog binnen de termijn van de toepassing van de eigenwoningreserve, dan geldt dat over de gehele nieuwe schuld van € 140.000,- ten minste annuïtair volledig moet worden afgelost om te kwalificeren als EWS.

De periode waarover zij renteaftrek heeft genoten vanaf 2001 tot en met het moment van vervreemding van haar helft van de vorige eigen woning wordt in mindering gebracht op de maximale termijn van 360 maanden waarin de nieuwe lening ten minste annuïtair volledig moet worden afgelost.

3 Indien Y de nieuwe woning van € 150.000,- koopt na drie jaar na het moment van vervreemden van de vorige eigen woning (in dit geval het moment van echtscheiding) dan geldt dat de EWS maximaal € 150.000,- bedraagt. De eigenwoningreserve is immers na drie jaar vervallen. Over deze gehele nieuwe schuld van € 150.000,- dient ten minste annuïtair volledig te worden afgelost om te kwalificeren als EWS.

De periode waarover zij renteaftrek heeft genoten vanaf 2001 tot en met het moment van vervreemding van haar helft van de vorige eigen woning wordt in mindering gebracht op de maximale termijn van 360 maanden waarin de nieuwe lening ten minste annuïtair volledig moet worden afgelost.

Overigens is de bovenstaande uitwerking gelijk indien X en Y niet-gehuwde fiscale partners zouden zijn die gezamenlijk (ieder voor de helft) een eigen woning hebben en uit elkaar gaan.

« Terug naar nieuwsoverzicht
Nieuwsbrief
Meld u aan voor de nieuws- brief en blijft op de hoogte van het laatste nieuws.