Financieel Adviescentrum
Nederland
Voor alle generaties

Nieuwsbrief december 2014

De belangrijkste veranderingen voor hypotheekverstrekking hebben wij voor u samengevat. En ook een uitleg van het begrip woning in aanbouw.



Nibud: hypotheeknormen 2015

Nibud heeft de financieringslastpercentages voor 2015 vastgesteld. Inkomens tot €28.000 kunnen 3% tot 6,5% minder lenen, inkomens daarboven kunnen 0,5% tot 3% minder lenen. De loan to value ratio gaat van 104% nu naar 103% in 2015.

Het Nibud heeft voor 2015 een nieuwe berekeningssystematiek. Hierbij wordt meer rekening gehouden met mogelijke persoonlijk onvermijdbare uitgaven, zoals hogere zorgkosten of de komst van kinderen. Voor aantoonbaar niet-kwetsbare situaties mag een uitzondering worden gemaakt. Dit geldt voor alleenstaanden en voor 2-verdieners met een inkomen tot €30.000. Ook houdt het Nibud rekening met de koopkracht van huishoudens en de hypotheekrente.

Eigenaren van een Nulopdemeter-woning kunnen volgens deze normen €25.000 meer lenen. In de praktijk is dit lastig gebleken.


NHG voorwaarden 2015

Per 01-01-2015 wordt de Tijdelijke Regeling Hypothecair Krediet aangepast. Dit heeft gevolgen voor de regelgeving van NHG:

1. De LTV gaat van 104% naar 103%.
2. In de Tijdelijke Regeling is er keuze voor het hanteren van verschillende soorten financieringslasttabellen, namelijk:

een uitgebreide tabel (12 kolommen) versus een eenvoudige tabel (5 kolommen); en
tabellen voor niet fiscaal aftrekbare rente versus formules voor niet fiscaal aftrekbare rente.
Voor de periode van 01-01-2015 tot 01-07-2015 kunnen de eenvoudige tabel en de formules voor niet fiscaal aftrekbare rente 2015 gehanteerd worden. Het WEW heeft de eenvoudige tabel en de formule voor niet AOW tot 01-017-2015 in de toetsingsprogrammatuur opgenomen.

3. Uit de Tijdelijke Regeling blijkt dat de financieringslasttabellen sterk verlaagd zijn t.o.v. vorig jaar, vooral bij de lagere inkomens. Om het effect voor de lagere inkomens te dempen, mag het financieringslastpercentage met max. 3% verhoogd worden bij:
a. 2-verdieners waarvan het hoogste toetsinkomen vermeerderd met een derde van het lagere toetsinkomen ligt tussen €19.500 en €30.000, of
b. een alleenstaande met een toetsinkomen tussen €19.500 en €30.000.
Het verhoogde financieringslastpercentage is maximaal het financieringslastpercentage dat behoort bij een toetsinkomen van €30.000.

4. Het uitgangspunt van een maximaal toegestane lening wordt vervangen door een maximaal toegestane financieringslast.

5. De financieringslast moet voortaan berekend worden per leningdeel. De maximale financieringslast van het totaal van de leningdelen is de maximaal toegestane financieringslast.

6. De maximale financieringslast bij verschillende leningdelen met verschillende rentepercentages en verschillende looptijden wordt berekend aan de hand van het gewogen gemiddelde van deze leningdelen plus de restschuldfinanciering.

Verder geldt nog:

- de Financieringslasttabellen Beheercriteria zijn aan het Nibud-advies aangepast.
- voor zelfstandigen mag rekening gehouden worden met het toetsinkomen gebaseerd op 3 kalenderjaren i.p.v. 3volledige kalenderjaren.
- bij tijdelijke verhuur van de woning kan i.p.v. een akte van verpanding van de huurpenningen een akte van cessie opgemaakt worden.
- de Gedragslijn Intensief Beheer (GIB) is vernieuwd, met aanpassingen van de artikelen B9 en B10.

zie ook NHG voorwaarden 2015-1


Verruimde schenkvrijstelling woning in aanbouw

De versoepeling van de verhoogde vrijstelling voor een woning in aanbouw is in een besluit vastgelegd. De vrijstelling van art. 33a van de Successiewet 1956 geldt ook als een deel van het in 2014 voor een woning in aanbouw geschonken bedrag in 2015 wordt besteed. Hieraan zijn 4 voorwaarden verbonden:

1. De woning in aanbouw is voor de begiftigde op 31-12-2014 een eigen woning in aanbouw als bedoeld in art. 3.111, 3de lid, van de Wet IB 2001.

2. De eigendom van de bouwgrond, of het recht van erfpacht, het recht van opstal of het appartementsrecht, is uiterlijk 31-12-2014 bij notariële akte geleverd aan de begiftigde.

3. In 2014 is ten minste 10% van het geschonken bedrag besteed aan de verwerving van het onder voorwaarde 2 bedoelde (eigendoms)recht of vervallen termijnen m.b.t. de woning in aanbouw.

4. Het op 31-12-2014 nog niet bestede bedrag van de schenking in 2015 wordt besteed aan de eerstvolgende bouwtermijn(en) die (alle) in 2015 vervallen.


Als aan deze voorwaarden wordt voldaan, wordt het deel van het geschonken bedrag dat in 2015 wordt besteed voor de heffing van de schenkbelasting aangemerkt als een op grond van art. 33a van de Successiewet 1956 vrijgestelde schenking. De overige voorwaarden van art. 33a van de Successiewet 1956 en art. 5 van de Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting, zoals die luiden in 2014, zijn van toepassing.

Nieuwsbrief
Meld u aan voor de nieuws- brief en blijft op de hoogte van het laatste nieuws.